- Written by Suki Martis
Per 1 januari 2020 gaan een aantal belangrijke zaken wijzigen op het gebied van het arbeidsrecht en de financiering van de Werkloosheidswet. In dit artikel lopen wij de checklist voor werkgevers met u door zodat u weet wat u voor 1 januari moet doen.
Financiering van de Werkloosheidswet (WW)
Per 1 januari 2020 wijzigt de financiering van de werkloosheidswet en gaan werkgevers 2,94% of 7,94 % premie betalen voor iedere werknemer. Voor vaste contracten gaat een lage ww-premie gelden en voor contracten voor bepaalde tijd een hoge ww-premie. De sectorpremie verdwijnt en worden de sectorfondsen afgeschaft. De wijziging is bedoeld om het voor werkgevers aantrekkelijker e maken werknemers een vast contact aan te bieden.
Per 2020 moet op de loonstrook van een werknemer vermeld worden of er sprake is van een vast contract of een contract voor bepaalde tijd. Wanneer u de lage ww-premie toepast voor een werknemer, bent u verplicht om een afschrift van de arbeidsovereenkomst in de loonadministratie te bewaren. Op deze wijze kan de Belastingdienst controleren of u als werkgever de juiste ww-premie toepast. In een aantal gevallen moet de lage ww-premie met terugwerkende kracht aangepast worden naar de hoge ww-premie. Dit is in de volgende gevallen van toepassing:
- Wanneer de dienstbetrekking binnen twee maanden na aanvang wordt beëindigd; of
- Wanneer een werknemer binnen een kalenderjaar meer dan 30% verloond krijgt dan contractueel voor dat jaar is overeengekomen.
Wij adviseren u om uw organisatie voor te bereiden op deze wijzigingen van de financiering van de werkloosheidswet. Indien u een klant bent van Status Finance dan zullen wij uiteraard een inventarisatie maken van de verschillende soorten contracten binnen uw organisatie en per 2020 de juiste ww-premie toe te passen in de salarisadministratie.
Werkgeversheffing ZVW
De begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid introduceert een procentuele daling van de werkgeversheffing per 2020. Uw organisatie betaald in de meeste gevallen de werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) over het loon van de werknemers. Volgens de begroting daalt de werkgeversheffing naar 6,7% terwijl deze in 2019 nog 6,95% bedraagt. Hierbij is er wel sprake van een maximumbijdrageloon waarbij werkgevers geen heffing hoeven te betalen boven dit bedrag. Het maximumbijdrageloon gaat in 2020 €57.217 bedragen.
In een aantal gevallen betaald de werkgever geen werkgeversheffing omdat de werknemers niet verplicht verzekerd zijn voor werknemersverzekeringen. Het gaat hierbij om ex-werknemers, pseudo- werknemers en directeuren-grootaandeelhouders. De werknemers zijn in dit geval zelf verantwoordelijk voor de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW. Ook deze bijdrage zal per 2020 dalen van 5,7% naar 5,45% van het brutoloon. Ook hier is een maximumbijdrageloon van toepassing.
Cumulatiegrond maakt combineren van ontslaggronden mogelijk
De cumulatiegrond bevat een lijst van redelijke gronden die een werkgever ten grondslag kan leggen aan ontslag. Ontslag via de kantonrechter wordt ook mogelijk wanneer op basis van de reeds bestaande ontslaggronden niet overgegaan kan worden tot ontslag. Er moet in dit geval wel sprake zijn van een combinatie van twee of meer ontslaggronden uit het burgerlijk wetboek. Tegenover de versoepeling van het ontslagrecht staat naast een transitievergoeding, een extra vergoeding die door de rechter toegekend kan worden.
Transitievergoeding
De invoering van de Wab heeft het mogelijk gemaakt dat werknemers direct vanaf aanvang van het contract recht hebben op de transitievergoeding. De vergoeding zal 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar bedragen. Dit blijft ook na 10 jaar dienstverband het geval en zal dit door de invoering van de Wab zwaarder wegen in de berekening van de transitievergoeding.
Ketenregeling: drie contracten voor bepaalde tijd in drie jaar
In de Wab is de periode waarin elkaar opvolgende contracten voor bepaalde tijd kunnen worden afgesloten verruimd van twee naar drie jaar. Met de ketenregeling zal het mogelijk zijn om gedurende een periode van drie jaar maximaal drie contracten voor bepaalde tijd aan te gaan, voordat er sprake is van een contract voor onbepaalde tijd. Er geldt geen overgangsrecht voor de wijziging in de ketenregeling. De tussenpoos (tijd tussen contracten) bij cao kan worden verkort tot 3 maanden bij een tijdelijk terugkerend werk (niet beperkt tot seizoensarbeid) dat maximaal 9 maanden per jaar kan worden gedaan. Tevens wordt er per 2020 een uitzondering in de wet opgenomen voor primair onderwijs. Invalskrachten kunnen op tijdelijke basis blijven invallen voor zieke leerkrachten. De uitzondering is ook van kracht voor jongeren onder de 18 met een baan van gemiddeld minder dan 12 uur per week.
Een voorbeeld om dit te illustreren: Op 1 mei 2018 is een contract afgesloten voor bepaalde tijd van 6 maanden die is geëindigd op 1 november 2018. Dit contract is verlengd voor een periode van 12 maanden, eindigend op 1 november 2019. Vervolgens kan nogmaals een contract voor 12 maanden worden afgesloten, die zal eindigen op 1 november 2020. Door de inwerkingtreding van de nieuwe ketenregeling ontstaat geen contract voor onbepaalde tijd per 1 mei 2020. Dit is vanwege het feit dat op 1 januari 2020 de oude termijn van twee jaar nog niet is overschreden, en per 1 januari 2020 de termijn van drie jaar geldt.
Oproepovereenkomst minder flexibel
Bij sprake van een oproepovereenkomst moeten werkgevers oproepkrachten ten minste vier dagen van tevoren oproepen voor werk. Indien een gedane oproep binnen 4 dagen wordt ingetrokken behoudt de oproepkracht zijn recht op loon over de uren waarop hij was opgeroepen. Nadat het contract een jaar heeft geduurd, dient de werkgever een nieuw contract aan te bieden voor het aantal uur dat hij het jaar ervoor gemiddeld heeft gewerkt. Gebeurd dit niet, dan heeft de oproepkracht recht op loon over dit gemiddeld aantal uren.
Payrollwerknemers krijgen meer rechten
Met ingang van 2020 hebben payrollwerknemers recht op dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden als werknemers die in dienst zijn van het bedrijf die eenzelfde of vergelijkbare functie vervullen. Tevens krijgen payrollwerknemers per 2021 recht op een goede pensioenregeling en wordt het uitzendregime buiten toepassing verklaard. Dit houdt in dat de ketenregeling van toepassing wordt op payrollwerknemers.
Posted in Nieuws