- Written by Suki Martis
Winstvrijstelling voor TOGS en Subsidie vaste lasten (TVL)
Ondernemers in bepaalde branches die schade hebben geleden door de coronamaatregelen, konden tot en met 15 juni 2020 aanspraak maken op de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS). Deze regeling is opgevolgd door de Regeling Subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL).
De vergoedingen die op basis van deze regelingen worden ontvangen, behoren in beginsel tot de winst. Dit is niet wenselijk. Daarom is in een eerder besluit geregeld dat deze vergoedingen niet tot de winst worden gerekend. Dit wordt nu ook vastgelegd in een wetsvoorstel.
Fiscale behandeling Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19
Zorginstellingen kunnen werknemers en niet-werknemers (zoals zzp’ers en extern ingehuurd schoonmaakpersoneel) een belastingvrije bonus geven van € 1.000.
Deze bonus moet door de zorginstellingen verwerkt worden in de vrije ruimte van de werkkostenregeling en wordt aangemerkt als eindheffingsbestanddeel. Hierdoor wordt bij de werknemer geen belasting geheven en is de vergoeding netto. De bonus leidt hierdoor ook niet tot lagere toeslagen voor de werknemer.
Dit was echter nog niet mogelijk bij niet-werknemers. Daarom is deze mogelijkheid nu ook voor niet- werknemers opgenomen in het Belastingplan. Het eindheffingstarief is vastgesteld op 75%. Gelijk aan het tarief voor verstrekkingen van meer dan € 136 aan niet-werknemers.
De zorginstelling kan voor de bonus een aanvraag indienen bij de minister van VWS. De bonus inclusief de verschuldigde eindheffing wordt vervolgens vergoed aan de zorginstelling.
Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten
Met de regeling konden flexwerkers onder voorwaarden een tegemoetkoming aanvragen van € 550 per maand voor de maanden maart, april en mei 2020. De overbruggingsregeling was bedoeld voor flexwerkers die hun inkomen in april door de coronacrisis zagen dalen en wordt nu in een wet vastgelegd.
Tijdelijke verruiming vrije ruimte werkkostenregeling in 2020
Vanwege de coronacrisis werd de vrije ruimte van de werkkostenregeling verhoogd naar 3% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Deze verhoging is nu in een wetsvoorstel vastgelegd en is enkel in 2020 van kracht.
Coronareserve
Verwacht u met uw bv verlies over 2020? En draaide u met uw bv over 2019 winst? Dan is het mogelijk om in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 een fiscale reserve op te nemen. U kunt uw te verwachten verlies over 2020 dan al verrekenen met uw winst over 2019, waardoor u minder belasting betaalt. Voorwaarde is wel dat het verlies over 2020 verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis. Bijvoorbeeld omdat u uw onderneming moest sluiten, terwijl de vaste lasten wel doorliepen.
De fiscale coronareserve is maximaal de winst over 2019 zonder rekening te houden met deze reserve. De coronareserve valt verplicht in 2020 vrij. De maatregel wordt nu opgenomen in een wetsvoorstel en was eerder onderdeel van een beleidsbesluit.
Overige en eerder aangekondigde maatregelen
Menselijker systeem voor toeslagen Belastingdienst
Naar aanleiding van de kinderopvangtoeslagaffaire zijn al veel wijzigingen bij de Belastingdienst doorgevoerd, zoals het installeren van twee staatssecretarissen en het aannemen van de hardheidsregeling.
In het Belastingplan 2021 is hier het voorstel voor de ‘Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen’ aan toegevoegd. Deze wet moet op korte termijn een beter en menselijker systeem mogelijk maken en de rechtsbescherming van burgers vergroten. De meest in het oog springende maatregelen uit het wetsvoorstel zijn:
• Het alles-of-niets karakter van de kinderopvangtoeslag is losgelaten. De Belastingdienst stelt het recht op kinderopvangtoeslag vast naar rato van de kosten die u als ouder tijdig heeft betaald aan de kinderopvangorganisatie. Voorheen moest u namelijk de volledige toeslag terugbetalen als u niet het volledige bedrag tijdig aan de organisatie had betaald.
• Onder bijzondere omstandigheden vordert de Belastingdienst een lager bedrag terug dan wettelijk is voorgeschreven. Dit kan enkel als volledig terugvorderen onevenredig is.
• Partners zijn niet langer toeslagpartners zodra een van de partners wordt opgenomen in een verpleeg- of verzorgingshuis.
• Belanghebbenden kunnen hun zienswijze vroeg in het proces kenbaar maken aan de Belastingdienst om bezwaar en beroep achteraf te voorkomen.
Levensloop
Tot 2012 hadden werknemers de mogelijkheid om te sparen voor een levensloopuitkering. Bij de afschaffing van de levensloopregeling is bepaald dat werknemers met een levensloopaanspraak van meer dan € 3.000 op 31 december 2011, gebruik kunnen maken van overgangsrecht. Dit overgangsrecht eindigt per 31 december 2021. Dit betekent dat als de levensloop vóór 1 januari 2022 nog niet als loon is uitgekeerd, de waarde van de levensloop wordt belast.
Dit overgangsrecht loopt tegen praktische problemen aan, waardoor het overgangsrecht als volgt wordt aangepast:
• De instelling die de levensloop uitvoert, wordt inhoudingsplichtig voor de loonheffing op het fictieve genietingsmoment (moment waarop verondersteld wordt dat de resterende levensloop wordt uitbetaald).
• Het fictieve genietingsmoment wordt naar voren gehaald. Als vóór 1 november 2021 de levensloop niet als loon in aanmerking is genomen, is het fictieve genietingsmoment 1 november 2021.
• De instelling houdt geen rekening met heffingskortingen. Deze kunnen door de werknemer te gelde worden gemaakt bij de aangifte inkomstenbelasting. De levensloopverlofkorting is er hier één van.
Eenmalige huurverlaging voor huurders met een laag inkomen
Ondanks dat woningcorporaties bij het toewijzen van een woning rekening houden met de hoogte van het inkomen, zijn er mensen die een huur betalen die te hoog is voor hun inkomen. Om die reden kunnen kwalificerende huurders vanaf 1 januari 2021 eenmalig om huurverlaging vragen bij hun woningcorporatie.
U komt voor een huurverlaging in aanmerking als u een sociale woning van een woningcorporatie huurt (geen vrije sector) en voldoet aan de volgende voorwaarden:
- Uw maandelijkse huur bedraagt meer dan:
€ 619,01 voor een één- of tweepersoonshuishouden.
€ 663,40 voor een huishouden van drie personen of meer. - Uw inkomen op jaarbasis bedraagt (maximaal):
€ 23.225 bruto per jaar voor een éénpersoonshuishouden.
€ 31.550 gezamenlijk bruto per jaar voor een meerpersoonshuishouden.
Contante giften niet meer aftrekbaar
Vanaf 2021 is het niet meer mogelijk om giften die contant zijn betaald in aftrek te brengen. Daarnaast moet u giften kunnen bewijzen met schriftelijke stukken.
Excessief lenen (€ 500.000-regeling)
In juni is het wetsvoorstel ‘Excessief Lenen’ ingediend. Hiermee worden schulden van de directeur- grootaandeelhouder (dga) van meer dan € 500.000 belast vanaf 31 december 2023.
Als een dga samen met zijn/haar partner op 31 december 2023 een schuld heeft aan een bv waarin de dga (indirect) ten minste 5% van de aandelen houdt, wordt het bedrag boven € 500.000 belast als fictief regulier voordeel in box 2. Dit is dan belast tegen een tarief van 26,9%. Ook schulden van kinderen, kleinkinderen, ouders en grootouders worden belast als zij een schuld hebben van meer dan € 500.000. Dit geldt per familielid.
Eigenwoningschulden met hypotheekrecht of eigenwoningschulden die zijn aangegaan vóór 1 januari 2023 worden niet meegerekend.
Voorbeeld
Een dga heeft op 31 december een schuld van € 1.000.000 aan zijn bv. € 250.000 hiervan is een schuld voor de eigen woning, die al voor 1 januari 2023 is verstrekt. Het bedrag aan leningen dat meegerekend wordt voor het excessief lenen komt daardoor op € 750.000. De dga moet daarom over € 250.000 (€ 750.000 -/- € 500.000) 26,9% belasting betalen: € 67.250.
Als op een later moment dividend wordt uitgekeerd, wordt dit eerst verrekend met het fictief regulier voordeel. Er ontstaat dus geen dubbele belasting.